Het precieze bedrag van de schooltoeslag hangt af van:
- het type onderwijs
- de gezinssituatie
- het gezinsinkomen
Meestal krijg je de schooltoeslag in het begin van het schooljaar.
Het bedrag van de toeslag kan wijzigen naargelang de opleiding. Een leerling die tijdens het schooljaar 2022-2023 of later van richting of niveau verandert, krijgt het hoogste bedrag van de gevolgde opleidingen. Je moet vanaf dat schooljaar dus geen deel van de toeslag meer terugbetalen als de nieuwe opleiding ook recht geeft op schooltoeslag. Voor eerdere schooljaren is een terugvordering nog wel mogelijk.
Onderwijs | Extern/intern | Minimumtoeslag | Volledige toeslag | Uitzonderlijke toeslag |
---|---|---|---|---|
Kleuteronderwijs | € 113,17 | |||
Lager onderwijs | € 132,06 | € 205,38 | € 266,68 | |
Secundair onderwijs | ||||
Gehuwde/ zelfstandige/ alleenstaande leerlingen |
€ 778,07 | € 3.567,11 | ||
Leerlingen in 3de lj. van de 3de graad voltijds technisch of beroeps secundair |
extern |
€ 306,21 |
€ 1.235,42 |
€ 1.450,57 |
intern | € 791,35 | € 2.030,97 | ||
Alle anderen voltijds secundair onderwijs | extern |
€ 255,08 |
€ 1.029,41 |
€ 1.208,68 |
intern | € 659,46 | € 1.692,42 | ||
Stelsel leren en werken | € 214,50 | € 586,50 | € 756,62 | |
Verpleegkundigen in het hoger beroeps- onderwijs |
extern |
€ 905,56 |
€ 1.322,93 |
|
intern | € 905,56 | € 3.973,00 | ||
Hoger onderwijs | € 54,56/jaar (bovenop de studietoelage, uitbetaald door het Vlaams Ministerie van Onderwijs) |
We kijken éérst of iemand voltijds of deeltijds onderwijs volgt vóór we kijken naar gehuwd, zelfstandig of alleenstaand, of naar derde jaar - derde graad.
Afhankelijk van het type onderwijs gelden andere bedragen:
Voor veel leerlingen secundair ligt het toeslagbedrag hoger voor een interne leerling. Dat zijn leerlingen die op internaat of op kot zitten, of in een MFC verblijven, voor minstens 149 dagen tijdens het schooljaar (ongeveer 5 maanden).
Er zijn vier mogelijke gezinssituaties of ‘statuten’ voor een leerling:
Dat statuut bepaalt van wie we het inkomen nemen om te berekenen of de leerling recht heeft op de schooltoeslag.
De leerling woont bij iemand die verantwoordelijk is voor zijn opvoeding, meestal één of beide ouders. We gebruiken de inkomsten van die ouder(s) of opvoeder(s) voor de verdere berekening.
Dat kan dus het inkomen van één ouder én dat van een partner van die ouder zijn.
Je bent een 'gehuwde' leerling als je:
We gebruiken de inkomsten van jou en je partner voor de verdere berekening.
Je bent een 'zelfstandige' leerling als je:
We gebruiken jouw eigen inkomsten voor de verdere berekening.
Je ben een 'alleenstaande' leerling als je:
We gebruiken jouw eigen inkomsten (voor zover je die hebt) voor de verdere berekening.
Om de inkomensgrenzen te kennen, kijken we naar de gezinsgrootte in punten.
Ligt je gezinsinkomen:
Bedrag toeslag = volledige toeslag x [(maximumgrens - gezinsinkomen) / (maximumgrens - minimumgrens)]
Voorbeeld - op basis van gegevens 2023-2024:
• Het inkomen van je gezin bedraagt 30.000 euro
• Je gezin heeft 3 punten
• Je hebt een leerling in het lager onderwijs
Bedrag gedeeltelijke toeslag = € 205,38 x [(€ 51.387,98 − € 30.000) / (€ 51.387,98 – € 27.605,56)] = € 205,38 x (€ 21.387,98 / € 23.782,42) = € 184,70
Ligt het resultaat lager dan de minimumtoeslag, dan krijg je de minimumtoeslag.
Een pleegkind dat al meer dan 12 maanden onafgebroken bij een pleeggezin verblijft op 31 augustus voor het betrokken schooljaar, moet niet voldoen aan de financiële voorwaarden en krijgt daarom altijd de volledige toeslag.
Je hebt recht op de uitzonderlijke toeslag als je gezinsinkomen lager dan of gelijk is aan een tiende van de maximuminkomensgrens én voor minstens 70 % bestaat uit:
Sommige leerlingen kunnen nooit recht hebben op de uitzonderlijke toeslag: