De zesde staatshervorming betekende het startschot voor een ambitieus project: de overheveling van de kinderbijslagbevoegdheid naar de gemeenschappen en gewesten.
De Vlaamse Regering greep deze historische kans om verder vorm te geven aan een geïntegreerd gezinsbeleid dat aansluit op de hedendaagse maatschappelijke realiteit van de gezinnen in Vlaanderen, met gezinsbijslagen en de participatie aan kinderopvang en onderwijs als basis.
Kind en Gezin nam in deze transitie de regie op en tekende een nieuw systeem uit met de betrokken partners: het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, de uitbetalers, het Agentschap Uitbetaling Groeipakket, het Agentschap Hoger onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen, de Huizen van het Kind en andere partners. In de geest van het geïntegreerde gezinsbeleid creëert het nieuwe Groeipakketsysteem mogelijkheden om kinderen actief aan de samenleving te laten deelnemen en komt het tegemoet in de kosten van de opvoeding.
Dat grootschalig proces vond zijn weerslag in het Decreet Groeipakket[1].