Cumulatieve voorwaarden voor de ondersteuningstoeslag

  • Het kind heeft de Belgische nationaliteit of is toegelaten of gemachtigd om in het land te verblijven of er zich te vestigen. 

  • Het kind heeft zijn woonplaats in Vlaanderen of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

  • Het kind is jonger dan 21 jaar

  • Het kind heeft een zorgbehoefte van minstens 12 punten op de medisch-sociale schaal.  


Situaties waarin je geen ondersteuningstoeslag kunt ontvangen

Zit je kind in een situatie waarin het al specifieke hulp krijgt vanuit de jeugdhulp, dan kunnen we geen ondersteuningstoeslag betalen. Ook als je kind aan de bovenstaande voorwaarden voldoet. We spreken dan van een schorsing van de betaling.

Het gaat om deze situaties:

  • Het kind maakt gebruik van niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp en verblijft in een door Kind en Gezin erkend centrum voor kinderzorg en gezinsondersteuning (CKG);
  • Het kind zit opgesloten in een gevangenis of is opgenomen in een inrichting, een afdeling tot bescherming van de maatschappij, georganiseerd door de federale overheid, of in een forensisch psychiatrisch centrum, georganiseerd door de federale overheid;
  • Het kind is ingeschreven in een internaat of een internaat met permanente openstelling van een medisch pedagogisch instituut van het Gemeenschapsonderwijs;
  • Het kind doet een beroep op:
    • een persoonlijk assistentiebudget,
    • een budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning,
    • persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden.
  • Het kind ontvangt een basisondersteuningsbudget van een zorgkas;
  • Het kind is jonger dan 21 jaar en ontvangt een inkomensvervangende tegemoetkoming of integratietegemoetkoming;
  • Het kind doet een beroep op een multifunctioneel centrum voor minderjarige personen met een handicap;
  • Het kind maakt gebruik van niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp en verblijft in een organisatie voor bijzondere jeugdzorg;
  • Het kind verblijft in een:
    • gemeenschapsinstelling, of
    • unit voor geïnterneerden.
  • Het kind krijgt ondersteuning via een observatie-, diagnose- of behandelingsunit;
  • Het kind verblijft in een residentiële gehandicaptenvoorziening die in België door een andere dan de Vlaamse overheid erkend is;
  • Het kind verblijft in een niet in België gevestigde residentiële gehandicaptenvoorziening die een vergelijkbare hulp- en dienstverlening aanbiedt als een voorziening uit de vorig vermelde mogelijkheid;
  • Het kind doet een beroep op een ambulante gehandicaptenvoorziening die in België door een andere overheid dan de Vlaamse overheid erkend is;
  • Het kind doet een beroep op een niet in België gevestigde ambulante gehandicaptenvoorziening.

Breng je uitbetaler altijd op de hoogte als je kind in een van deze situaties zit.

Wanneer kan de ondersteuningstoeslag opnieuw betaald worden?

Bevindt je kind zich niet meer in een van de bovenvermelde situaties, dan onderzoekt je uitbetaler opnieuw het recht op de ondersteuningstoeslag. Voldoet je kind verder aan alle voorwaarden, dan zal je uitbetaler de betaling opnieuw starten.

> Lees meer over de ondersteuningstoeslag.