Eind december 2021 kreeg één op vier kinderen (24%) met een Groeipakket een sociale toeslag. Het gaat om 388.117 kinderen (uit 202.797 gezinnen), een toename met 14.290 kinderen (+3,8%) ten opzichte van december 2020. Het aantal kinderen met een sociale toeslag met een gezinsinkomen onder de laagste inkomensgrens neemt licht af (-3.480). De toename doet zich dus enkel voor bij kinderen uit grote gezinnen met middeninkomens. Het aandeel kinderen met een sociale toeslag neemt af met de leeftijd en lag eind 2021 het hoogst (26,3%) bij de jongste kinderen.

Een schooltoeslag voor meer dan 1 op de 3 kinderen in Vlaanderen

In het schooljaar 2021-2022 kregen 459.257 leerlingen die in Vlaanderen wonen een schooltoeslag, dat zijn er 5.339 minder (–1,1%) dan in het schooljaar 2020-2021. In het secundair onderwijs en hoger beroepsonderwijs merken we een stijging in het aantal leerlingen met schooltoeslag, maar in het kleuter- en lager onderwijs is er een afname. Die kan onder meer verklaard worden door de daling van aantal jonge kinderen. In totaal krijgen meer dan 1 op de 3 kinderen tussen 3 en 18 jaar in Vlaanderen een schooltoeslag. ​ Gemiddeld ontvangen leerlingen in het Vlaams onderwijs 748 euro per jaar in het secundair onderwijs, 161 euro in het lager onderwijs en 107 euro in het kleuteronderwijs. Studenten in het hoger beroepsonderwijs krijgen gemiddeld een veel hoger bedrag: gemiddeld 1.651 euro. De uitbetaalde bedragen variëren naargelang het opleidingsniveau en het gezinsinkomen. Van de kinderen die een schooltoeslag krijgen, hebben 58,8% ook recht op een sociale toeslag.

Meer weten?